Juridische informatie

 Rechtsgeldigheid van de elektronische vrachtbrief als vervanger van de papieren vrachtbrief. 

    De vrachtbrief wordt gebruikt als communicatiemiddel tussen afzender, vervoerder en geadresseerde. De vrachtbrief dient als bewijsmiddel dat de zending heelhuids en op tijd door de vervoerder is vervoerd en afgeleverd. Voor politie, inspectie ILENT en douane is de vrachtbrief een bron van informatie en een instrument om te controleren op overtredingen op het gebied van (bijvoorbeeld) cabotage, overbelading en belastingfraude.

    Naar de overheid toe is de vrachtbrief een controle instrument. Tussen afzender en vervoerder is de vrachtbrief een vastlegging van de vervoerovereenkomst. Zo kunnen we vijf functies vaststellen van de vrachtbrief:

    1. Bewijs van de inhoud van de vervoerovereenkomst
    2. Bewijsmiddel voor de vaststelling van aansprakelijkheid
    3. Ladinginformatie
    4. Ontvangstbewijs
    5. Controle door overheidsinstanties / Onderdeel administratieverplichting t.b.v. fiscus

    De vrachtbrief is een belangrijk juridisch instrument voor het leveren van bewijs ter zake van het nakomen van de verplichtingen uit de vervoerovereenkomst en voor het leveren van bewijs van het vervullen van allerlei overheidsverplichtingen. 

    eCMR en andere wettelijke verplichtingen

    In het eCMR protocol is geregeld, dat de vrachtbrief elektronisch mag worden opgemaakt. Dit doorkruist niet de verplichtingen die in andere wetten is opgenomen. In de Belastingwet staat dat bedrijfsadministratie minstens 7 jaar bewaard moet blijven. Als de eCMR onderdeel is van de bedrijfsadministratie, dan moet deze dus 7 jaar bewaard worden.

                            Op deze pagina behandelen wij vragen over de rechtsgeldigheid van de elektronische vrachtbrief als vervanger van de papieren vrachtbrief. De volgende onderwerpen komen hierin ter sprake:

                            • eCMR protocol
                            • rechtsgeldigheid van de vrachtbrief
                            • juridische functionaliteiten
                            • elektronische handtekening
                            • eFTI verordening
                                    Het eCMR protocol is een aanvulling op het CMR verdrag. Alleen landen die lid zijn van het CMR verdrag kunnen toetreden tot dit protocol.

                                    Waarom is er een aanvulling op het CMR Verdrag gemaakt?
                                    Voor het omzetten van de papieren vrachtbrief in een elektronische vrachtbrief is een aanvulling op het CMR Verdrag geschreven. Deze aanvulling is het eCMR-protocol. De echte naam is Aanvullend protocol bij het Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR) inzake de elektronische vrachtbrief.
                                    In het CMR Verdrag worden alleen inhoudelijke eisen gesteld aan de vrachtbrief (welke informatie moet erin staan). De vorm van de vrachtbrief is vrij. In de praktijk wordt echter een standaard formulier voor de vrachtbrief gebruikt, zodat de vrachtbrief voor alle gebruikers herkenbaar is. Bovendien helpt de standaard vrachtbrief bij het opmaken van de vrachtbrief, zodat geen gegevens worden vergeten. 
                                    Omdat er geen verplichte vorm voor de vrachtbrief is voorgeschreven zou onder het CMR Verdrag in theorie ook een elektronische vrachtbrief zijn toegestaan. Tegelijkertijd schrijft het CMR Verdrag handelingen voor, waarbij het onduidelijk is hoe dat in digitale vorm eruit zou zien. Bijvoorbeeld: hoe draag je de vrachtbrief over van de hoofdvervoerder naar de ondervervoerder, hoe kun je voorbehouden maken, wat is een geldige ondertekening, hoe zorg je dat afzender, vervoerder en geadresseerde over een gelijkluidende kopie van de vrachtbrief kunnen beschikken? 
                                    Daarom is in 2008 het eCMR Protocol tot stand gekomen. 

                                    Maar tussen droom en werkelijkheid staan wetten in de weg en praktische bezwaren… (uit: Willem Elsschot, Het huwelijk)
                                    Tussen totstandkoming van het eCMR Protocol en de eerste eCMR vrachtbrief zit bijna 10 jaar. Hoewel de eisen in het eCMR Protocol niet heel diep lijken te gaan, blijken de uitdagingen groot. De elektronische vrachtbrief moet voor alle partijen, die bij de vervoerovereenkomst betrokken zijn, toegankelijk zijn. De overheid is geen partij, maar wil wel inzage in de vrachtbrief! Het eCMR Protocol is echter alleen gericht op de vervoerovereenkomst. De Europese Unie is nu bezig met de mogelijkheid om de elektronische vrachtbrief ook toegankelijk te maken voor alle overheidsinstanties. Daarvoor is de eFTI Verordening aangenomen (nog niet in werking).

                                    Praktische bezwaren
                                    De elektronische vrachtbrief moet net zo wendbaar en makkelijk overdraagbaar zijn als papier. De informatie moet bij elkaar blijven en veranderingen van de informatie moet zichtbaar zijn voor alle partijen. De elektronische vrachtbrief moet makkelijk te ondertekenen zijn. De elektronische vrachtbrief moet in alle landen bruikbaar zijn. De elektronische vrachtbrief moet op elk moment toonbaar zijn. De elektronische vrachtbrief moet, net als de papieren vrachtbrief, uniek zijn, dus in drievoud opgemaakt, zodat afzender, vervoerder en geadresseerde een uniek exemplaar bezitten na uitvoering van de vervoersopdracht. De elektronische vrachtbrief moet minstens 7 jaar bewaard kunnen worden.

                                    Tekst en uitgebreide toelichting
                                    Op de website van Stichting Vervoeradres kunt u de tekst van het CMR Verdrag, het eCMR Protocol en zeer uitgebreide toelichting vinden. Om juridisch op de hoogte te blijven adviseren wij om u aan te melden voor het gratis Weg en Wagen-abonnement (drie keer per jaar in uw digitale brievenbus).

                                    Vrachtbrief is bewijsmiddel en controlemiddel
                                    Digitalisering van de vrachtbrief is een mooie stap in het efficiënter maken van administratieve processen binnen een bedrijf. Ook verbetert digitalisering de communicatie tussen bedrijven over de status van het transport. Echter voor de juridische functies van de vrachtbrief is het essentieel dat de elektronische vrachtbrief rechtsgeldig is en gelijkwaardig aan een papieren vrachtbrief. Belangrijke juridische functies zijn:
                                    -     Bewijsmiddel De vrachtbrief is bewijsmiddel tussen afzender, vervoerder en geadresseerde over de overdracht van de zending. De vrachtbrief dient als ontvangstbewijs.
                                    -    Controlemiddel De vrachtbrief is controlemiddel voor overheidsinstanties. Naar douane toe ondersteunt de vrachtbrief het bewijs voor opschorting van accijnzen respectievelijk BTW nultarief. Naar politie en inspectie geeft de vrachtbrief informatie, die nodig is voor controle op overbelading respectievelijk cabotage.

                                    Wanneer is een elektronische vrachtbrief rechtsgeldig?
                                    Meerdere wetten
                                    De wettelijke eisen verschillen voor vrachtbrieven voor vervoer binnen Nederland of tussen de landen van de Benelux of grensoverschrijdend met andere lidstaten van de eCMR. Zie voor de verschillen hiertussen bij het thema Landeninformatie.

                                    Geen keurmerk
                                    Behalve in de Benelux pilot is er geen instantie die elektronische vrachtbrieven vooraf keurt. Er bestaat geen keurmerk voor. Gebruikers zijn zelf verantwoordelijk voor het kiezen van een leverancier van elektronische vrachtbrieven en gebruikers moeten zelf beoordelen, of de geleverde elektronische vrachtbrieven voldoen aan de wet. Helaas kan men dus achteraf door een verzekeraar of door een overheidsinstantie worden geconfronteerd met het feit dat deze instanties de gepresenteerde elektronische vrachtbrief niet acceptabel vinden. Op dit moment bestaat nog geen jurisprudentie over de geldigheid van de elektronische vrachtbrief.

                                    eCMR is gelijkwaardig aan papieren vrachtbrief
                                    De eCMR vrachtbrief is een vrachtbrief conform de bepalingen van het eCMR protocol (aanhangsel van het CMR-verdrag). 
                                    In een eCMR vrachtbrief ruimte te zijn om alle gegevens te plaatsen, die ook op een papieren vrachtbrief gezet moeten worden. Inhoudelijk is er geen verschil tussen een eCMR vrachtbrief en een papieren vrachtbrief. Het verschil zit in de procesmatige functionaliteiten. 
                                    De vorm van de vrachtbrief, die op een scherm van een computer of mobiel of PDA wordt getoond, is niet bepalend voor de rechtsgeldigheid. Dus de getoonde vrachtbrief mag eruit zien als een PDF format of Word format van een standaard vrachtbrief in de kleuren rood, groen en blauw en met dezelfde vakindeling. Maar de vrachtbrief mag ook eruit zien als een lange lijst van gegevens onder elkaar. Het is wel belangrijk dat gebruikers van de vrachtbrief alle gegevens kunnen zien. De geadresseerde moet de hele vrachtbrief kunnen zien, voordat hij tekent voor ontvangst!
                                    Een elektronische vrachtbrief is pas rechtsgeldig, als de gebruikte software aan de eCMR voldoet!

                                    Procesmatige functionaliteiten
                                    In het eCMR protocol staan bepalingen, waaraan de software (bijvoorbeeld: applicatie, platform, portal) moet voldoen. Deze bepalingen zijn erop gericht dat:
                                    de integriteit van de vrachtbrief met de daarin vervatte gegevens gewaarborgd zijn,
                                    de handtekeningen van afzender, vervoerder en ontvanger betrouwbaar zijn en
                                    het geheel toegankelijk is voor elke daartoe gerechtigde partij.
                                    Met name de laatste twee eisen zijn eigenlijk alleen te realiseren door een vrachtbrief van een onafhankelijke leverancier te gebruiken.




                                    Het korte antwoord is: ja.

                                    Partijen die betrokken zijn bij de uitvoering van de vervoerovereenkomst moeten afspraken maken over het gebruik van de elektronische vrachtbrief. Dat staat in artikel 5 van het eCMR protocol.

                                    Deze afspraken worden vastgelegd in de elektronische vrachtbrief. De afspraken moeten eenvoudig te vinden zijn. Het meest voor de hand ligt dus, dat via een hyperlink in de elektronische vrachtbrief de gebruiker kan doorklikken naar de pagina van het platform, waarop deze informatie staat. Hoewel er in de eCMR geen verplichting is opgenomen tot een schriftelijke overeenkomst van deze afspraken, adviseren wij in het geval er wel een schriftelijke (raam)overeenkomst wordt afgesloten, hierin een bepaling over het gebruik van de elektronische vrachtbrief op te nemen. 

                                    De IRU heeft een voorbeeld tekst gemaakt voor een dergelijke overeenkomst. Deze vindt u hier.






                                    Integriteit, betrouwbaarheid, toegankelijkheid

                                    Eigenlijk kunnen de eisen van het eCMR protocol worden samengevat in het adagium: “Vertrouwen is goed, controleren is beter”. Partijen moeten kunnen vertrouwen op integriteit van de gegevens en juridische geldigheid van de handtekening. Partijen moeten dit kunnen controleren door toegang te hebben tot de “voorkant” en “achterkant” van de elektronische vrachtbrief.

                                    Met andere woorden: hoe krijgen afzender en geadresseerde een origineel afschrift van de vrachtbrief, wie garandeert dat de informatie op de vrachtbrief ongewijzigd blijft, wie heeft toegang tot het software systeem. Als het software systeem onder beheer is van de vervoerder (of van zijn provider), dan heeft een opdrachtgever of geadresseerde nadere waarborgen nodig over de integriteit.

                                    Integriteit van de vrachtbriefgegevens

                                    Vanaf het moment dat de vrachtbrief is opgemaakt, mag de vrachtbrief door de afzender niet meer gewijzigd worden. Bij het ophalen van de lading moet de vervoerder (in de praktijk: diens chauffeur) de mogelijkheid hebben om voorbehoud te maken op de vrachtbrief voordat hij de vrachtbrief tekent. Achter de schermen moet in de software een logboek meelopen, die alle wijzigingen registreert. Ook elke elektronische handtekening moet onlosmakelijk gekoppeld worden aan de vrachtbrief.

                                    Handtekening op toestel chauffeur

                                    Op het moment dat een vrachtbrief ter ondertekening aangeboden wordt op de mobiele app op het toestel van de chauffeur, is er geen sprake van een geavanceerde elektronische handtekening die voldoet aan het CMR-verdrag (eCMR protocol). Ook een ge-uploade handtekening is niet origineel en daarom niet voldoende voor bewijs van ontvangst.

                                    Het middel, waarmee een elektronische handtekening wordt gezet, moet onder de exclusieve controle staan van degene die de handtekening zet.

                                    Om discussie over betrouwbaarheid van de handtekening voor te zijn, adviseren wij om een bewijsovereenkomst over de wijze van ondertekening te sluiten. In de AVC (algemene voorwaarden) is een bewijsovereenkomst opgenomen in artikel 2.

                                    Bijvoorbeeld:

                                    Een handtekening door een QR-code. De ondertekenaar heeft op zijn eigen mobiel een account. Bij dit account kan hij inloggen. Zolang hij deze inloggegevens met niemand deelt, staat de QR-code onder zijn exclusieve macht. Hij toont de QR-code op zijn eigen mobiel en stelt de chauffeur in staat om de code te scannen met diens eigen toestel (een smartphone of een mobiele boordcomputer).

                                    Ander voorbeeld:

                                    De chauffeur vraagt om te tekenen op zijn toestel. De ondertekening gebeurt door het scherm aan te raken met een pennetje. Het pennetje en het toestel zijn niet onder de exclusieve macht van de ondertekenaar. De chauffeur heeft de mogelijkheid om zelf een handtekening te zetten zonder dat de ander daarvan in kennis is gesteld.

                                    Toegankelijkheid voor alle gerechtigde partijen

                                    De vrachtbrief is het communicatiemiddel tussen de (rechts)personen, die de vervoerovereenkomst zijn aangegaan. In eerste instantie zijn dat de afzender en de vervoerder. Als de vervoerder een ondervervoerder (of een opvolgend vervoerder) inschakelt, dan zal deze ook de vrachtbrief nodig hebben. Op het moment dat de geadresseerde aangeeft de zending te willen ontvangen, is ook de geadresseerde partij bij de vervoerovereenkomst. Al deze partijen zijn gerechtigd om een origineel afschrift van de vrachtbrief te ontvangen. Digitaal wil dat zeggen, dat elke partij bevoegdheid moet krijgen om de elektronische vrachtbrief te zien en te downloaden naar een eigen computeromgeving. De toegankelijkheid is nodig voor de duur van de bewaarverplichtingen, die partijen hebben. Deze bewaarverplichting hangt samen met het kunnen leveren van bewijs in geval van een schadeclaim. Tevens hebben veel bedrijven een bewaarverplichting in verband met belastingen, zoals btw, accijns, invoer- en uitvoerrechten.

                                    Beschrijving technische procedures

                                    Net als in andere wetgeving over digitalisering geeft de wetgever alleen een kader, waaraan de elektronische communicatie moet voldoen. Dit kader is in geval van de vrachtbrief een omschrijving van functionaliteiten. Hoe deze functionaliteiten te implementeren moeten afzender en vervoerder samen overeenkomen  door procedures te beschrijven. In de procedure staat dan bijvoorbeeld wat de methode voor het opmaken van de vrachtbrief is en hoe elke partij een exemplaar van de vrachtbrief krijgt. Bovendien moet er in de elektronische vrachtbrief verwezen worden naar deze procedures en deze procedures moeten op eenvoudige wijze te raadplegen zijn.

                                    Als een elektronische vrachtbrief aangemaakt wordt op een internetplatform, dan is het voldoende als op dat internetplatform uitleg wordt gegeven over de procedures.

                                     


                                    eFTI verordening van de EU
                                    In augustus 2020 is de eFTI verordening (electronic Freight Transport Information) aangenomen. Deze EU-verordening verplicht alle lidstaten van de EU om digitaal aangeleverde informatie te accepteren. Dus ook elektronische vrachtbrieven. 
                                    Om aan de eFTI verordening te voldoen moet de EU functionele en technische specificaties vastleggen. Op dit moment is nog niet bekend hoe die specificaties eruit gaan zien. Uiterlijk 2025 is de verordening van toepassing. 

                                    Er is geen directie relatie tussen eCMR protocol en de eFTI verordening. Het eCMR protocol is onder de Verenigde Naties tot stand gekomen. De eFTI verordening is vastgesteld door de Europese Unie. Het ligt voor de hand, dat bij de implementatie van de eFTI verordening aansluiting gezocht zal worden bij bepalingen uit het eCMR protocol. Er bestaat de kans, dat de EU extra waarborgen zal vragen aan de leveranciers van elektronische vrachtbrieven. 


                                    Deze vraag is gesteld aan en beantwoord door Stichting Vervoeradres. 

                                    Wettelijke eisen aan de elektronische vrachtbrief

                                    Wij geven geen oordeel over format en proces rond de CMR-vrachtbrief, maar we kunnen wel de punten aangeven, waar je op moet letten vanuit juridisch perspectief.

                                    De wettelijke eisen verschillen voor vrachtbrieven voor vervoer in Nederland of binnen de Benelux of internationaal. Voor vervoer in de Benelux is bijvoorbeeld verplicht om elektronische vrachtbrieven van erkende leveranciers te gebruiken. Deze leveranciers kunt u op de website van NIWO.nl vinden.

                                    Uw software leverancier heeft alle vakken van de CMR-vrachtbrief overgenomen en de vrachtbrief kan met belijning zoals die gebruikelijk is op de papieren vrachtbrief worden gedownload en afgedrukt. De inhoud (format) van de vrachtbrief volgt de vakken van de CMR-vrachtbrief. Dat is prima.

                                    Procesmatige functionaliteiten
                                    Om te voldoen aan de regels uit het eCMR protocol (aanhangsel van het CMR-verdrag) dient de vrachtbrief daarnaast aan procesmatige functionaliteiten te voldoen. Achter de schermen van het plaatje van de ingevulde vrachtbrief en onzichtbaar voor gebruikers is van belang.

                                    -  de integriteit van de vrachtbrief met de daarin vervatte gegevens gewaarborgd zijn,

                                    -  de handtekeningen van afzender, vervoerder en ontvanger betrouwbaar zijn en

                                    -  het geheel toegankelijk is voor elke daartoe gerechtigde partij.

                                    Met name de laatste twee eisen zijn eigenlijk alleen te realiseren door een vrachtbrief van een onafhankelijke leverancier te gebruiken.

                                    Integriteit, betrouwbaarheid, toegankelijkheid
                                    Eigenlijk kunnen de eisen van het eCMR protocol worden samengevat in het adagium: “Vertrouwen is goed, controleren is beter”. Partijen moeten kunnen vertrouwen op integriteit van de gegevens en juridische geldigheid van de handtekening. Partijen moeten dit kunnen controleren door toegang te hebben tot de “voorkant” en “achterkant” van de elektronische vrachtbrief.

                                    Met andere woorden: hoe krijgen afzender en geadresseerde een origineel afschrift van de vrachtbrief, wie garandeert dat de informatie op de vrachtbrief ongewijzigd blijft, wie heeft toegang tot het software systeem. Als het software systeem onder beheer is van de vervoerder (of van zijn provider), dan heeft een opdrachtgever of geadresseerde nadere waarborgen nodig over de integriteit.

                                    Integriteit van de vrachtbriefgegevens
                                    Vanaf het moment dat de vrachtbrief is opgemaakt, mag de vrachtbrief door de afzender niet meer gewijzigd worden. Bij het ophalen van de lading moet de vervoerder (in de praktijk: diens chauffeur) de mogelijkheid hebben om voorbehoud te maken op de vrachtbrief voordat hij de vrachtbrief tekent. Achter de schermen moet in de software een logboek meelopen, die alle wijzigingen registreert. Ook elke elektronische handtekening moet onlosmakelijk gekoppeld worden aan de vrachtbrief.

                                    Handtekening op toestel chauffeur
                                    Op het moment dat een vrachtbrief ter ondertekening aangeboden wordt op de mobiele app op het toestel van de chauffeur, is er geen sprake van een geavanceerde elektronische handtekening die voldoet aan het CMR-verdrag (eCMR protocol). Ook een ge-uploade handtekening is niet origineel en daarom niet voldoende voor bewijs van ontvangst.

                                    Het middel, waarmee een elektronische handtekening wordt gezet, moet onder de exclusieve controle staan van degene die de handtekening zet.

                                    Om discussie over betrouwbaarheid van de handtekening voor te zijn, adviseren wij om een bewijsovereenkomst over de wijze van ondertekening te sluiten. In de AVC (algemene voorwaarden) is een bewijsovereenkomst opgenomen in artikel 2.

                                    Bijvoorbeeld:

                                    Een handtekening door een QR-code. De ondertekenaar heeft op zijn eigen mobiel een account. Bij dit account kan hij inloggen. Zolang hij deze inloggegevens met niemand deelt, staat de QR-code onder zijn exclusieve macht. Hij toont de QR-code op zijn eigen mobiel en stelt de chauffeur in staat om de code te scannen met diens eigen toestel (een smartphone of een mobiele boordcomputer).

                                    Ander voorbeeld:

                                    De chauffeur vraagt om te tekenen op zijn toestel. De ondertekening gebeurt door het scherm aan te raken met een pennetje. Het pennetje en het toestel zijn niet onder de exclusieve macht van de ondertekenaar. De chauffeur heeft de mogelijkheid om zelf een handtekening te zetten zonder dat de ander daarvan in kennis is gesteld.

                                    Toegankelijkheid voor alle gerechtigde partijen
                                    De vrachtbrief is het communicatiemiddel tussen de (rechts)personen, die de vervoerovereenkomst zijn aangegaan. In eerste instantie zijn dat de afzender en de vervoerder. Als de vervoerder een ondervervoerder (of een opvolgend vervoerder) inschakelt, dan zal deze ook de vrachtbrief nodig hebben. Op het moment dat de geadresseerde aangeeft de zending te willen ontvangen, is ook de geadresseerde partij bij de vervoerovereenkomst. Al deze partijen zijn gerechtigd om een origineel afschrift van de vrachtbrief te ontvangen. Digitaal wil dat zeggen, dat elke partij bevoegdheid moet krijgen om de elektronische vrachtbrief te zien en te downloaden naar een eigen computeromgeving. De toegankelijkheid is nodig voor de duur van de bewaarverplichtingen, die partijen hebben. Deze bewaarverplichting hangt samen met het kunnen leveren van bewijs in geval van een schadeclaim. Tevens hebben veel bedrijven een bewaarverplichting in verband met belastingen, zoals btw, accijns, invoer- en uitvoerrechten.

                                    Beschrijving technische procedures
                                    Net als in andere wetgeving over digitalisering geeft de wetgever alleen een kader, waaraan de elektronische communicatie moet voldoen. Dit kader is in geval van de vrachtbrief een omschrijving van functionaliteiten. Hoe deze functionaliteiten te implementeren moeten afzender en vervoerder samen overeenkomen  door procedures te beschrijven. In de procedure staat dan bijvoorbeeld wat de methode voor het opmaken van de vrachtbrief is en hoe elke partij een exemplaar van de vrachtbrief krijgt. Bovendien moet er in de elektronische vrachtbrief verwezen worden naar deze procedures en deze procedures moeten op eenvoudige wijze te raadplegen zijn.

                                    Als een elektronische vrachtbrief aangemaakt wordt op een internetplatform, dan is het voldoende als op dat internetplatform uitleg wordt gegeven over de procedures.


                                    Handtekening op toestel chauffeur
                                    Op het moment dat een vrachtbrief ter ondertekening aangeboden wordt op de mobiele app op het toestel van de chauffeur, is er geen sprake van een geavanceerde elektronische handtekening die voldoet aan het CMR-verdrag (eCMR protocol). Ook een ge-uploade handtekening is niet origineel en daarom niet voldoende voor bewijs van ontvangst.
                                    Het middel, waarmee een elektronische handtekening wordt gezet, moet onder de exclusieve controle staan van degene die de handtekening zet.


                                    Bijvoorbeeld:
                                    Een handtekening door een QR-code. De ondertekenaar heeft op zijn eigen mobiel een account. Bij dit account kan hij inloggen. Zolang hij deze inloggegevens met niemand deelt, staat de QR-code onder zijn exclusieve macht. Hij toont de QR-code op zijn eigen mobiel en stelt de chauffeur in staat om de code te scannen met diens eigen toestel (een smartphone of een mobiele boordcomputer).

                                    Ander voorbeeld:
                                    De chauffeur vraagt om te tekenen op zijn toestel. De ondertekening gebeurt door het scherm aan te raken met een pennetje. Het pennetje en het toestel zijn niet onder de exclusieve macht van de ondertekenaar. De chauffeur heeft de mogelijkheid om zelf een handtekening te zetten zonder dat de ander daarvan in kennis is gesteld.

                                    Bewijsovereenkomst
                                    Om discussie over betrouwbaarheid van de handtekening voor te zijn, adviseren wij om een bewijsovereenkomst over de wijze van ondertekening te sluiten. In de AVC (algemene voorwaarden) is een bewijsovereenkomst opgenomen in artikel 2.


                                    Mag je een elektronische vrachtbrief weigeren? 
                                    Vervoerder

                                    Het gebruik van een elektronische vrachtbrief is een mogelijkheid, die het eCMR protocol biedt. De partijen spreken het gebruik van een elektronische vrachtbrief af op het moment dat zij de vervoerovereenkomst afsluiten.

                                    Ondervervoerder

                                    Een ondervervoerder sluit een vervoerovereenkomst met de hoofdvervoerder. De hoofdvervoerder zal in deze vervoerovereenkomst alle afspraken uit de overeenkomst die hij met de afzender afsloot overnemen. Op die manier stemt de ondervervoerder dus toe in het gebruik van de elektronische vrachtbrief.

                                    Geadresseerde

                                     De geadresseerde is in eerste instantie geen partij bij de vervoerovereenkomst. Hij treedt toe op het moment, dat hij de goederen in ontvangst neemt (of direct na inontvangstneming door de vervoerder van de goederen als er in de vrachtbrief vermeld is, dat de afzender het beschikkingsrecht over het vervoer van de goederen vanaf dat moment heeft overgedragen aan de geadresseerde). Op het moment dat de geadresseerde toetreedt tot de vervoerovereenkomst, is hij ook verplicht om te accepteren dat er geen papieren vrachtbrief, maar een elektronische vrachtbrief wordt gebruikt.

                                    Uitzondering
                                    In de afspraken die afzender en vervoerder maken over het gebruik van de elektronische vrachtbrief, moeten zij ook procedures opnemen voor eventuele vervanging van een digitale vrachtbrief door een op andere wijze afgegeven vrachtbrief.

                                    Hiermee wordt bedoeld, dat een van de partijen kan vragen om een papieren versie van de vrachtbrief.